Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [4]Misschien [5]zullen die van het huis van Juda horen al het [6]kwaad, dat Ik hun gedenk te doen; opdat zij zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg, en Ik hun ongerechtigheid en hun zonde vergeve. 4. Menselijkerwijze van den alwetenden God gesproken, om te tonen hoe aangenaam hem de ware bekering is. Vergelijk Deut.5:29, alzo ook terstond in het woord denken, en elders dikwijls. 5. Hebreeuws, zullen het huis Juda horen. 6. Der straf. Dit dient tot bewijs van de vertwijfelde hardnekkigheid van het volk, die nu zover waren vervallen, dat er gene middelen overbleven dan dreigementen van kwaad.